Klein kaliber
Gemakshalve onderscheiden we bij het geweerschieten twee wapengroepen: Kleinkaliber-geweer (KKG) en Grootkaliber-geweer (GKG). Beide onderdelen worden beoefend vanuit drie houdingen, namelijk staand, knielend, liggend of in een combinatie van deze 3-houdingen.
Bij KKG wordt geschoten op een schietschijf over de afstanden 12, 50 en 100 meter en bij GKG over de afstanden 100, 300, 400 en zelfs 500 meter.
Wapens | kleinkaliber-geweer enkleinkaliber-karabijn |
Gewicht | Klein kaliber geweer:maximaal 8 kilogram (heren) en maximaal 6,5 kilogram (dames) Klein kaliber karabijn: maximaal 3,8 kilogram 50 meter 3-houdingen 3 x 20 schoten in 2 uur en 15 minuten |
Munitie | maximaal kaliber 5,6 mm (.22) |
Afstand | 12 meter, 50 meter en 100 meter |
Houdingen | vrijstaande houding, liggende en knielende houding. In een wedstrijd is het ook mogelijk een combinatie van deze drie houdingen toe te passen. |
Disciplines | alle houdingen, afstanden en typen wapens worden bij het KKG-schieten gecombineerd waardoor een grote variƫteit van wedstrijdonderdelen ontstaat. |
Olympisch | |
Wedstrijdprogramma | 50 meter 60 schoten liggend in 1 uur en 15 minuten 50 meter 3-houdingen 3 x 40 schoten in 3 uur |